Historie

As long as poverty, injustice & inequality persist, none of us can truly rest

Historie

Onze historie (beknopt):
De aanleiding van de oprichting betrof de aardbeving in Armenië, midden jaren tachtig.

1984:
De oprichting van Pharmacie en Ontwikkelingshulp (P&O). Het doel: netwerken en expertise uitdragen.

1985:
Oprichting Pharmaciens sans Frontières, zetelend in Clermont Ferrand.
Regulering van retourgeneesmiddelen in Frankrijk.
Oprichting van Union France.
Federatie van landenorganisaties: Pharmaciens sans Frontières, Comité internationale.

1994:
C. de Maar (apotheker) en B. Hamming (arts) richten Apothekers zonder Grenzen op
het doel: ontwikkelingshulp verlenen, gericht op het versterken van de farmaceutische structuur.

1998:
De Nederlandse overheid keert zich tegen het gebruik van retourgeneesmiddelen.

2000:
Ontstaan van Vereniging Farmacie Mondiaal en Stichting Farmond.
Stichting Farmond wordt Stichting Farmacie Mondiaal.

2004:
Vereniging Farmacie Mondiaal wordt Vereniging Vrienden van Farmacie Mondiaal.

2007:
De Vereniging Vrienden van Farmacie Mondiaal wordt geïntegreerd in de Stichting
Farmacie Mondiaal. Dit betekent dat er geen leden meer zijn, alleen donateurs.

Uitgebreide Historie – hoe het begon en wat er daarna gebeurde…
Midden tachtiger jaren van de vorige eeuw kwam na een aardbeving in Armenië een
grote hulpoperatie op gang waarbij veel geneesmiddelen werden gedoneerd.
Helaas kwamen er veel onbruikbare geneesmiddelen terecht. De ontstane (chemische)
afvalberg werd met Europese financiële steun opgeruimd. Een groep Franse apothekers
verleende technische bijstand ter plekke. Dit was het begin van ‘Pharmaciens sans Frontières’.

In Frankrijk kwam na deze ervaring de wettelijke regulering voor het retourgeneesmiddel
tot stand. Sorteercentra ontstonden om het aanbod in goede banen te leiden. De hele
organisatie verliep goeddeels langs departementale lijnen.
De Franse overkoepelende organisatie hiervan heette ‘Union France’.

Na enige tijd kwam een federatie van een aantal landenorganisaties tot stand. Dit was
de stichting ‘Pharmaciens sans Frontières, Comitée Internationale’ (PSF-CI).
In 1994 richtten C. de Maar (apotheker) en B. Hamming (arts) de Nederlandse organisatie op.
Zij werd bekend als Apothekers zonder Grenzen. Deze stichting trad ook toe tot de federatieve PSF-CI.

De Nederlandse overheid keerde zich in 1998 tegen het gebruik van retourgeneesmiddelen.
Ook internationaal was dit al een heikel discussiepunt. De zeer slechte ervaringen met de farmaceutische
hulpstroom naar Sarajevo en Kosovo tijdens de oorlog in Joegoslavië heeft e.e.a. versterkt.
In Frankrijk ontstond een heftig conflict tussen diverse apothekersorganisaties en PSF-CI.

Bij Apothekers zonder Grenzen ontstond de opvatting dat ontwikkelingshulp zich op de verbetering
van structuur van de farmaceutische zorg zou moeten richten. Noodhulp was min of meer voorbehouden
aan grote organisaties zoals de WHO, het Rode Kruis e.d. vanwege hun capaciteit tot optreden bij rampen.
PSF-CI werkte soms samen met deze organisaties om noodhulp te effectueren.
PSF-CI richtte zich op allerlei samenwerking om farmaceutische structuren te helpen ontwikkelen.
In Afrika, Midden-Amerika en Azië werden vele projecten opgezet. Apothekers zonder Grenzen kreeg
een project in Tadzjikistan onder haar hoede.

Eind negentiger jaren kwamen ‘Pharmacie en Ontwikkelingssamenwerking’  (P&O) en Apothekers zonder
Grenzen tot samenwerking.
P&O, een organisatie van overwegend ziekenhuisapothekers en gelieerd aan de KNMP, was gericht op
netwerken en expertise uitdragen. Apothekers zonder Grenzen was praktisch gericht op projecten om
farmaceutische structuren te versterken.

In deze periode ontstond een discussie met Artsen zonder Grenzen over het gebruik van het achtervoegsel
“zonder grenzen”. Na enig juridisch wapengekletter werd besloten de naam Farmacie Mondiaal aan te nemen.

De fusie met P&O leidde tot de Vereniging Farmacie Mondiaal en de (operationele) stichting Farmond.
In het jaar 2000 heeft deze fusie plaatsgevonden.

Om de duidelijkheid, ook naar de buitenwereld, te vergroten is de taakverdeling in 2004 verder uitgewerkt.
De (werk)stichting heet nu Farmacie Mondiaal en de vereniging heet nu Vrienden van Farmacie Mondiaal.
De vereniging is nu als het ware de supportersclub van de stichting.

Ondertussen hadden Farmond en Farmacie Mondiaal vanaf 1998 met geld en mankracht een aandeel
in het GPP (= Good Pharmacy Practice)-project in Bosnië. Onder supervisie van de WHO werd al de
wederopbouw van de openbare farmacie ter hand genomen. Onder nieuwe wetgeving werd de farmacie
gemoderniseerd en verbeterd. Kwaliteitsbeheersing in de openbare farmacie werd een speerpunt.
Ons aandeel in GPP werd eind 2004 afgesloten.

In verband met de veranderende regelgeving op gebied van aftrekbaarheid van donaties aan
hulporganisaties en in verband met de profilering van de Stichting Farmacie Mondiaal acht het bestuur
het gewenst één organisatie en één bestuur te hebben.
De taken van de vereniging worden overgenomen door de stichting.

In de ontwikkelingen van de laatste jaren staat een visie-herziening centraal; we richten ons vooral op kennis-overdracht. Daarnaast wordt nadrukkelijk geprobeerd om de jongere generatie collega’s warm te krijgen voor bestuurs- en projectwerk. Het KNPSV-FM Rwanda project is daar een mooi voorbeeld van.

Tevens komt de internationale samenwerking weer nadrukkelijker in beeld. Tijdens het FIP-congres van 2015 is er meeting geweest met zuster organisaties. Hierbij is de wens uitgesproken om de internationale samenwerking vorm te gaan geven in een federatief verband. In de loop van 2016 dient eea zijn beslag te gaan krijgen.